Dit is deel twee van het interview met de achttienjarige Marcus, een vrolijke en erg enthousiaste ondernemer. Zijn ondernemersdroom begon bij GoFuture en is niet meer weggegaan. Deze student Ondernemerschap en Retail Management heeft inmiddels grootse ondernemende plannen. Hij wil een eigen sportschool, een eigen dancefestival en een eigen Formule 1 team…
Op de vraag waar hij op dit moment het meest trots op is: “Dat weet ik wel! We moesten afgelopen blok een Dragons’ Den-achtige pitch doen op school. Dat was eerst met nog vijf andere ondernemingen voor docenten. Er waren steeds rondes en tot mijn verbazing werden wij ook opgenoemd toen bekend werd wie er voor de echte Dragons mochten pitchen. We kregen een vuurpeloton aan vragen op ons af.” In de finale voor 140 man en vijf serieuze dragons stonden ze hun idee te pitchen, met financiële onderbouwing en alles erbij. “Dat was echt een momentje, als ik nu terugkijk hoe ik begon als net 17-jarige, vers van de middelbare en dan sta je een jaar later ineens tegenover echte ondernemers met grote namen.”
Naast echt willen ondernemen heeft Marcus veel aan zijn enthousiasme. “Dat werkt ook aanstekelijk. Als je open en lekker vrolijk bent, krijg je dat ook terug. Je mag verder best een beetje brutaal zijn. Ik ben functioneel brutaal, je moet wel durven. Ik was er eerst helemaal niet goed in, maar medestudenten gingen allemaal gewoon op mensen afstappen dus toen moest ik wel.”
“Je wordt er ook echt beter in. Een jaar geleden had ik bijvoorbeeld een interview nog gedacht: Ojee, spannend. Maar nu twijfel ik niet meer en is het: Zeker dat ik dat ga doen!”
Wat moet je nou doen om een goede ondernemer te worden?
“Wat ik vooral heb gedaan is met íedereen praten. Je moet je netwerk uitbreiden. Ik ben er wel achter gekomen dat het meer is wie je weet en niet wat je weet. En je moet leren van professionals. Ik loop nu ook stage in een sportschool, om wat dingen af te kijken.”
Hij is net terug van een studiereis naar Nepal. “Daar heb ik tijdens een bedrijfsbezoek gewoon met iedereen die ik zag gepraat. Ineens was ik in gesprek met de organisator van het Nepal Music Festival.” Marcus zag meteen kansen en besloot actie te ondernemen om niets aan het toeval over te laten. “Toen heb ik meteen met mijn docent overlegd of ik iets kon doen gerelateerd aan een festival voor school. Uiteindelijk zit ik nu in het team van stagemanagement gespecialiseerd in audio en verlichting. Ik ben nu Nederlandse festivals aan het bellen, kijken wat voor apparatuur zij gebruiken en wat de artiesten allemaal nodig hebben. Dat overleg ik dan weer met Nepal en die kijken naar het budget. Zo probeer ik het festival mee van de grond te krijgen. Over een half jaar ga ik weer terug om alles verder te bespreken en uitvoeren.”
Heb je ook dingen gelaten omdat dat goed was voor je ondernemerschap?
“Ja, zeker. Ik weet niet meer wanneer het was, maar ik ben op een gegeven moment gestopt met alles op social media te plaatsen. En dat is eigenlijk best wel een belangrijke want stel je komt ergens op gesprek, dan doet diegene even een onderzoekje. Die zoekt je even op via Facebook of Instagram. Ik zat al niet zoveel op social media maar ik denk nu wel echt na bij elke post en stel mezelf de vraag: Is dit ook nog leuk over tien jaar?”
Wat vind je het minst leuk aan ondernemen?
“Tegenslagen vind ik echt pittig. Je wordt ervoor gewaarschuwd maar toch… Wij kwamen er een tegen bij ons eerste prototype, we waren super enthousiast en toen bleek het gewoon niet te werken. We hadden nog maar twee weken voor we moesten pitchen dus dat was stressen. Een nieuw ontwerp maken én een heel nieuw financieel plan opstellen met nog tentamens ernaast. We hebben de ervaring wel ook gebruikt in onze pitch hoor, we hebben niet opgegeven en zijn gewoon opnieuw begonnen. Best een prestatie voor iemand die zo impulsief is als ik.”
Wat vind je het allerleukst aan ondernemen?
“Het zelf bezig zijn met iets wat jíj wil! De vrijheid is ook ontzettend leuk. Geen baas hebben die beslist wat jij moet doen. Alles lekker zelf doen, jouw eigen idee volgen, jouw eigen manier van werken. Dat is toch wel ideaal.”