De docent als coach is onderdeel van de driehoek van GoFuture. De drie onderdelen van de driehoek – echt ondernemen in vrijheid, een digitale leeromgeving en de coach – houden elkaar in evenwicht.
Vanaf het moment dat GoFuture start, worden leerlingen/studenten ondernemers. Echt een onderneming opstarten, in de vorm van een project, dienst of evenement, is wat ze mogen doen. Ze krijgen vrijheid doordat ze zelf hun richting kunnen bepalen, iets wat de motivatie ten goede komt. Ook hoeven de ondernemers niet op elkaar te wachten om verder te kunnen met de lesstof. Leerlingen/studenten kiezen overigens niet zelf het uiteindelijke doel van GoFuture. Het doel bepalen (bijvoorbeeld de onderneming presenteren aan een panel, een smaakmarkt organiseren of een eigen onderneming uitvoeren etc.) is aan de onderwijsinstelling.
De digitale leeromgeving geeft houvast, maar laat de ondernemers ook zelfstandig hun pad bepalen. Het draait in de omgeving om groei. De punten die ze behalen en de levels waar ze in omhoog gaan laten de ondernemers zien dat ze zich ontwikkelen en dat ze goed bezig zijn.
De coachende docent heeft ook een belangrijke rol in deze digitale omgeving: hij/zij geeft persoonlijke aandacht in de vorm van educatieve feedback en ondersteuning tijdens deze ondernemende zoektocht. Als spelleider bepaalt de coach ook hoeveel kudo’s een ondernemer krijgt, wie een badge heeft verdiend en bij wie er vertrouwen af gaat.
De coach verlevendigt als spelleider tijdens de lessen het verhaal en de theorie voor de ondernemers. Dit doet hij/zij door inspirerende voorbeelden te zoeken en te laten zien en door met ondernemers in gesprek te gaan. GoFuture geeft de docent dus duidelijk een nieuwe rol voor de klas.
Als spelleider en coach zijn de volgende dingen belangrijk bij het lesgeven:
- Je hoeft de ondernemers niet te verplichten een bepaalde route te nemen. Ze mogen zelf kiezen welke afslag ze nemen terwijl ze werken aan hun doelen.
- Je kunt je ondernemers ondersteunen wanneer ze er niet uitkomen; liever niet op voorhand al sturen.
- Kies autonomie-ondersteunende woorden. Dat wil zeggen: het woord moeten vermijden en de nadruk leggen op willen.
- Probeer het probleemoplossend vermogen te stimuleren. Vooral niet het antwoord voorkauwen, maar zo sturen dat ondernemers zelf tot een goed antwoord komen.
- Stel zoveel mogelijk vragen. Het liefst vragen die de ondernemers aanzetten tot nadenken.
- Er mag veel aandacht zijn voor persoonlijke ontwikkeling waarbij de passie van de ondernemer centraal staat.
- De nadruk ligt ideaal gezien niet op wat fout gaat, maar op wat een ondernemer juist goed kan en/of leuk vindt.
- De coachrol is helemaal compleet, als je ervoor zorgt dat er ook ervaren ondernemers in de klas komen vertellen of als zij als extra coaches verbonden worden aan het project.